Uit een onderzoek van de WUR is aangetoond dat fuiken 5 tot 22 keer efficiënter zijn dan korven (Roessink & Ottburg, 2020). https://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/507330 Het voornaamste idee voor deze fuik (de standaard Lini R-6 fuik met uitbreidingen) is bedoeld om grote, middelmatige en kleine (juveniele) exemplaren van de rivierkreeften tegelijkertijd te kunnen vangen, mits dat gewenst is. Daarmee kan zelf bepaald worden welke formaten van rivierkreeft in de betreffende waterloop gevangen kunnen worden. De al bestaande opvouwbare, spiraalvormige Lini R-6 fuiken zijn beschikbaar in een standaard formaat (groot formaat). Maar met dit idee is het dus de bedoeling om een middelste formaat en een klein formaat erbij te ontwikkelen. Alle onderdelen van de standaard Lini R-6 fuik zullen dan terug te vinden zijn in de middelste en het kleine formaat van de fuiken, maar dan kleiner.
Vervolgens is het de bedoeling de verschillende varianten van de al bestaande Lini R-6 veerfuiken (variërend van groot, middel en klein) aan elkaar te bevestigen door middel van klemmen, soortgelijke klemmen net zoals waarmee de fuik in dichte toestand wordt gehouden. Aan de hand van dit kliksysteem om fuiken met elkaar te kunnen verbinden, kan over de gehele breedte van een waterloop op een bepaald monsterpunt zo’n fuikenrij geplaatst worden. In totaal zijn per fuik vier klemmen, twee aan elk weerszijde, bevestigd aan de buitenste ringen van de fuik waarmee deze vastgeklikt kunnen worden aan de andere fuiken van verschillende formaten. Deze klemmen zullen naar één kant gericht zijn, zodat de bovenkant duidelijk herleidbaar is ten opzichte van de onderkant. Centraal aan de bovenzijde van de fuik zal een gat te vinden zijn in de mazen waarin bijvangst, zoals vissen die in de fuik terecht komen kunnen ontsnappen. Dit gat is een opening van 60 bij 60 mm bij het formaat van de grote fuik en is omringd met een rubberen rand, zodat vissen de uitgang kunnen vinden. Bij de middelste fuik wordt dit 39 bij 39 mm en bij het kleinste formaat wordt dit 18 bij 18 mm. Er wordt bij dit ontwerp ervan uitgegaan dat rivierkreeften zich niet naar het bovenste centrale deel zullen begeven, dus zullen ze niet zo makkelijk een uitweg vinden net zoals vissen.
Als lokaas kunnen blokjes kattenvoer of iets dergelijks gebruikt worden die aan de aashaak bevestigd worden in het midden van de fuik. Het kan zo zijn dat het voer gemakkelijk van de aashaak kan vallen waardoor de kreeften minder snel de ingang naar de fuik kunnen vinden. In plaats van de aashaak kan dan een afsluitbare compartiment geplaatst worden waarin het voer gezet kan worden. Dit compartiment kan van staaldraad of eventueel van gaas gemaakt worden, maar het belangrijkste is dat het bakje niet makkelijk opengeknipt kan worden door de rivierkreeften. Bevestig de fuiken met een touw onopvallend aan de oever bijvoorbeeld met haringen in de grond te vast te zetten.
Zie in de bijlagen een gedetailleerde uitwerking van dit idee met afbeeldingen.