De top-3 milieu-impact van de gemiddelde Nederlander zit in 1) spullen, 2) auto en 3) wonen[1]. De consumptie van deze top-3 kan drastisch verminderd worden door het collectief te doen. In een collectief model kan bijna alles gedeeld worden: niet alleen woningen, vervoermiddelen, energiesystemen, apparatuur, werktuigen of zelfs (werk)kleding, maar ook diensten zoals maaltijdbereiding, kinderopvang, inkoop, onderhoud etc. Dat kan enorme besparingen opleveren.
Een voorbeeld van een succesvol collectief model is de Israelische socialistische landbouwcoöperatie: de kibboets. De kibboetsbeweging bestaat al meer dan honderd jaar, en Israel telt nog steeds zo'n 270 kibboetsen met in totaal ongeveer 100.000 bewoners. Deze leveren een flink deel van de agrarische en industriële productie van het land. Hoewel veel kibboetsen inmiddels steeds meer geïndividualiseerd zijn is de kibboets toch een aansprekend voorbeeld omdat het bewezen heeft een haalbaar en zeer succesvol economisch model te zijn.
Kibboets 2.0 is een zelfvoorzienende stadswijk waar spullen, voertuigen en woningen gedeeld worden, en waar de bewoners gezamenlijk zorgen voor een groot aantal voorzieningen. Elke wijkbewoner is dus ook lid van het collectief.
Een Kibboets 2.0 wijk kan in korte tijd grote projecten organiseren en realiseren (woningbouw bijvoorbeeld, of stadslandbouw) doordat de capaciteit en de middelen van de bewoners gecombineerd worden ingezet, in plaats van verdeeld over individuele projecten. Een collectief krijgt ook gemakkelijker krediet en subsidies dan afzonderlijke huishoudens. Daarbij zou de overheid dit type initiatieven een steuntje in de rug moeten geven omdat het de circulaire maatschappij concreet dichterbij brengt.
Kibboets 2.0 heeft veel minder voorzieningen nodig dan een traditionele wijk, omdat de voorzieningen gedeeld kunnen worden. Dat bespaart niet alleen energie en grondstoffen, maar bespaart de bewoners ook geld, tijd en ruimte. Samenwerking maakt het ook gemakkelijker om de consumptie verder te verduurzamen, bijvoorbeeld door hergebruik of recycling, doordat een collectief veel meer schaalvoordelen kan bereiken dan een individueel huishouden.
[1] Gemeten met de ReCiPe life cycle assessment methode. Zie Babette Porcelijn: De impact-top-10 van de gemiddelde Nederlander.
Beschrijf hoe in jouw concept water, voedsel en energie zelfvoorzienend gemaakt worden.
Allereerst wordt de consumptie sterk verminderd. Er worden collectieve systemen aangelegd die voor individuele huishoudens te duur zijn, zoals op energiegebied WKO's en een lagetemperatuur warmte en koudenet. Dat geldt ook voor een afval- en afvalwatersysteem dat maximaal op recycling gericht is. In een collectieve wijk is dit soort systemen veel gemakkelijker en dus goedkoper te realiseren dan in een traditionele wijk. Voedselbereiding gebeurt centraal. Dat bespaart energie, voorkomt verspilling en zorgt dat de consumptie optimaal wordt afgestemd op de productie van de stadslandbouw.
Geef een beschrijving van de benodigde organisatie, rollen en verantwoordelijkheden bij jouw idee.
1) De gemeente wijst een nieuwbouwwijk aan die als Kibboets 2.0 ontwikkeld gaat worden
2) De gemeente wijst een kwartiermakende organisatie aan (op basis van transparante criteria)
3) De kwartiermakers stellen in afstemming met de gemeente de 'grondwet' voor het collectief vast (bijv. hoe werkt de lokale democratie, hoe werkt de wijk financieel, hoe werkt de wijk juridisch, wat zijn de minimale leefregels etc.)
4) Aspirant-leden / -bewoners mogen zich inschrijven en worden toegelaten via een sollicitatiegesprek.
5) Als Kibboets 2.0 voldoende omvang heeft start de democratische procedure en wordt het eerste bestuur gekozen.
Leg uit waarom jouw idee toegevoegde waarde heeft voor de bewoners en de omgeving. Vertel ook hoe jouw idee bijdraagt aan een versnelling van de woningbouw.
Een collectief georganiseerde stadswijk past op het eerste gezicht niet bij onze geïndividualiseerde samenleving. Toch heeft Kibboets 2.0 de bewoners veel te bieden, allereerst natuurlijk het feit dat zij deel mogen uitmaken van een beweging die concreet en serieus werk maakt van verduurzaming en circulariteit.
In materieel opzicht worden bewoners verregaande ontzorgd: het collectief zorgt o.a. dat er voor iedereen huisvesting is en dat allerlei administratieve, huishoudelijke- en zorgtaken geregeld worden. De ontzorging geldt ook op financieel gebied: inkomsten en uitgaven zijn voor het collectief; de individuele bewoners krijgen alles wat ze nodig hebben dus ‘gratis’ en naar behoefte. Een collectief kan een hoog voorzieningenniveau aanbieden: gezamenlijke luxe is veel goedkoper dan individuele luxe. Uiteraard biedt Kibboets 2.0 zeer veel sociale cohesie. Daardoor kan het bijv. een omgeving zijn waar mensen digitaal thuiswerken zonder dat ze inleveren op hun sociale contacten.
(NB: een nadeel van Kibboets 2.0 kan zijn dat het moeilijk is om uit te stappen: dat betekent immers dat je van het ene moment op het andere zonder werk, geld en huisvesting komt te staan. Om dat probleem te voorkomen zou er een fonds kunnen worden opgericht dat ‘uitstappers’ een starterspremie meegeeft. Dit fonds zou gevuld kunnen worden door spaarbijdragen die door Kibboets 2.0 worden ingelegd).
Woningbouw: Kibboets 2.0 kan meer bouwproductie realiseren omdat de woningen met minder voorzieningen gebouwd hoeven te worden (de belangrijke voorzieningen zijn immers gezamenlijk). Gebouwen zijn multifunctioneel ontworpen zodat de beschikbare ruimte flexibel kan worden aangepast aan de actuele behoeften van elk huishouden. Die flexibiliteit zorgt dat er minder woningen nodig zijn dan in een traditionele opzet. Voorbeeld: wanneer de kinderen 'de deur uit zijn' blijven de ouders niet achter in een huis dat veel te groot is voor twee personen, maar wordt de woonruimte aangepast.