In 2010 mocht ik als afstudeerder snuffelen aan de mogelijkheden van struvietwinning uit afvalwaterslib op de RWZI Amsterdam West. Struviet was toen allang bekend, maar het beeld van een afvalwaterzuivering als grondstoffenfabriek stond nog in de kinderschoenen. Het terugwinnnen van fosfaat (een belangrijk bestanddeel van struviet, en een schaarse grondstof) was ook niet de voornaamste drijfveer voor het onderzoek, maar wel het feit dat struviet al vanzelf neersloeg in de RWZI en daar voor allerlei problemen zorgde. Ook waren er aanwijzingen dat het neerslaan van struviet voor een betere ontwaterbaarheid van het slib zorgde. Dat was natuurlijk interessant!
Op initiatief van Alex Veltman waren er al verschillende proeven uitgevoerd. Aan mij de taak om te onderzoeken hoe struviet optimaal in het uitgegiste slib gevormd kon worden, en welk effect dit had op de ontwaterbaarheid.
Voor mij was het een persoonlijk eurekamoment toen ik zag hoe in het afvalwaterslib ‘spontaan’ mooie kristalletjes struviet ontstonden. Zoiets moois uit zoiets vies! Voor mij heeft dat de manier veranderd waarop ik naar afvalwater kijk. Dankzij de inspanning van heel veel waterschappers (ook bij Waternet) wordt afvalwater tegenwoordig door steeds meer mensen gezien als een goudmijn vol circulaire kansen. Hopelijk slagen we erin om daar nog veel meer vruchten van te plukken in de toekomst!