1. Wat is jouw idee?
Een collectieve ruimte met tuinspullen, klusspullen, verhuisdozen, een partytent, etc. Spullen die we allemaal een keer nodig hebben, maar niet langer dan een paar weken gebruiken. Het waterschap coordineert en beheert de ruimte. De medewerkers krijgen allemaal een 'abonnement' voor het huren van spullen.
2. Wat is de impact van het idee?
Voor de gemiddelde Nederlander is de milieu-impact van spullen kopen het grootst. Groter dan de impact van vlees eten, auto rijden, vliegvakanties of de verwarming aanzetten. We zorgen met het huren van spullen voor minder aanschaf van spullen door collega's. Bovendien zorgen we voor minder reisbewegingen als je toch naar je werk gaat en 'even iets mee kan nemen'. Je hoeft hiervoor niet heen- en terug te rijden naar een andere huurlocatie.
3. Wat is de haalbaarheid van het idee?
Er dient capaciteit en budget te zijn voor het opstarten en beheren van de ruimte. Daarna moet er binnen de organisatie een ruimte beschikbaar zijn. Zaken die allen prima te regelen zijn. Daarmee is de haalbaarheid hoog.
4. Hoe creatief en vernieuwend is het idee?
Een abbonoment voor het huren van spullen wordt niet genoemd in de cao-afspraken. Een abbonoment wat het huren van spullen 'van het werk' mogelijk maakt al helemaal niet. Collega's worden zo gestimuleerd minder spullen te kopen. Wanneer het ook nog mogelijk is dit per organisatie in te richten, worden ook reisbewegingen beperkt. Het is nodig om de behoefte voor het huren van spullen en welke spullen dit zijn in kaart te brengen om dit idee verder te brengen.