Delfland wil ervaring opdoen met ‘continue inline slibkoekmeting’. Dit is een nieuwe en nauwkeurige meetmethode, waarmee het slibontwateringsproces op de afvalwaterzuiveringen veiliger wordt en beter kan worden gestuurd.
Probleem:
Op de waterzuiveringen wordt afvalwater gezuiverd, waarbij het water wordt gescheiden van de verontreinigingen, met behulp van zwaartekracht en biologische processen. Vervolgens worden de verwijderde verontreinigingen verzameld in de vorm van slib. Dit slib wordt als onderdeel van de slibverwerking in slibvergisters omgezet naar biogas. Het uitgegiste slib dat overblijft, bestaat voor het grootste deel uit water. Het resterende slib wordt uiteindelijk getransporteerd naar de slibverbrandingsinstallatie. Om het aantal transportbewegingen te beperken en ook de nabehandelingskosten, moet de afvoer zoveel mogelijk worden beperkt. Vanwege de samenstelling van het slib zal de contacttijd voor medewerkers zoveel mogelijk moeten worden beperkt.
Doel:
Met gebruikmaking van ‘continue inline slibkoekmeting’ in plaats van bepaling op basis van handmatige bemonstering, kan het risico op besmetting worden beperkt, neemt de efficiëntie van de slibontwatering toe en daarmee kan deze techniek bijdragen aan de ambities van Delfland.
Beoogde resultaat:
Nauwkeurig en continu inzicht in het droge-stof gehalte. Op basis hiervan kunnen dan de processen en de dosering van hulpstoffen continu worden bijgestuurd. Er ontstaat meer inzicht en ook meer mogelijkheden om tot procesaanpassingen te komen.
Stand van zaken:
In 2021 wordt de bestaande slibontwatering op AWZI De Groote Lucht in Vlaardingen aangepast. Bij de aanpassingen van de slibcentrifuges worden ook de slibkoekmeters geplaatst.
In 2021 is de apparatuur geleverd en zijn voorbereidingen getroffen voor de montage. In voorjaar 2022 zullen de slibkoekmeters gemonteerd en in bedrijf genomen worden. Gedurende één jaar worden de resultaten verzameld en worden vergelijkingen gemaakt tussen handmatige bemonstering en de daarbij behorende ontwateringsprestaties en de continue inlinemetingen.
De AWZI is op drie verschillende plekken vernieuwd. Dit proces heeft een aantal tegenslagen gehad, desalniettemin leverd het nu zonder de toepassing van de meter een positief effect op op de hoeveelheid droge stof in de slib. Dit komt mede door de regelbare centrifuges. Verder is de software nog niet klaar om de data die de meter meet te verwerken. De meters worden eind september in bedrijf gesteld en gekalibreerd. De verwachting is dat de meter in oktober kan werken en er volgend jaar gemonitord kan worden.
De meters worden eind september 2022 in bedrijf gesteld en gekalibreerd. De verwachting is dat de meter in oktober kan werken en er een nulmeting gedaan kan worden. Vervolgens kan er heel het jaar 2023 gemonitord worden.
Potentiële impact
Continu inzicht in het droge stof gehalte kan leiden tot een besparing aan polyelectroliet en/of een optimale ontwatering. Daarmee neemt het rendement toe en mogelijk ook de afvoer van ontwaterd slib. Dat gaat hand-in-hand met een structurele kostenbesparing: 1% additionele ontwatering staat gelijk aan een afname van 5% in transportbewegingen oftewel een besparing van ca. €55.00 per jaar.
Daarnaast zorgt de automatisering voor een doelmatigere en vooral veiligere inzet van de operators. Risicovolle handelingen kunnen worden vermeden en dit bespaart op jaarbasis de inzet van een monsternemer en analist ca. 80 uur.