Probleem
Veel watergangen en (zwemwater)plassen in Delfland hebben te maken met te hoge concentraties aan fosfaat, zo ook de Put te Werve in Rijswijk. De plas heeft dan ook regelmatig te kampen met blauwalgen. Er zijn geen eenvoudige in-situ methoden om fosfaat uit het water te verwijderen.
Doel
Het testen van een methode om fosfaten uit het oppervlaktewater van de Put te Werve te halen die voldoet aan de volgende criteria: onderhoudsarm, simpel te bouwen en minimaal ruimtebeslag.
Stand van zaken
Arcadis heeft het concept “FATMAN” (Floating Adsorbing Technology to Minimize Algae and Nutrients) ontworpen. Dit is een onderhoudsarme, energiezuinige, drijvende zuiveringsconstructie met een groot zuiverend oppervlak waarbij fosfaat aan ijzerzand wordt gebonden. De FATMAN is in juli 2020 in proeflocatie de Put te Werve in Rijswijk geplaatst. Deze recreatieplas wordt geplaagd door (blauw)algen, zuurstofloosheid, en jaarlijkse vissterfte als gevolg van hoge concentraties fosfaat. In juli 2020 zijn in de Put te Werve twee FATMAN’s geplaatst. Intentie is om gedurende twee jaar maandelijks de werking te monitoren. Lokale verenigingen verzorgen de bemonstering. Bekijk de uitleg van de werking van de FATMAN.
Uit de eerste resultaten blijkt dat de FATMAN minder fosfaat vastlegt dan verwacht. Arcadis heeft de installatie aangepast op basis van een analyse van mogelijke oorzaken. Deze aanpassing heeft echter geen effect gehad op het zuiveringsrendement van de FATMAN. Arcadis onderzoekt momenteel waarom de FATMAN niet naar wens functioneert.
Het water in de Put is desalniettemin in de zomer van 2020 zeer helder geweest. Dit komt waarschijnlijk door een de combinatie van de nieuwe beluchtingsinstallatie geplaatst door de hengelsportvereniging, de toename van driehoekmosselen en de circulatie van de FATMAN.
In juli 2021 is geëxperimenteerd met het onderzoeken van twee hypotheses: 1) het ijzerzand is volledig verzadigd en 2) het verzadigingsproces gaat te langzaam. De uitslag van het experiment is bepalend voor afsluiting van de pilot en het beantwoorden van de oorspronkelijke onderzoeksvragen: 1) werkt deze technologie? 2) is het toepasbaar voor waterbeheerders?
Door Delaters zijn beide hypotheses onderzocht. Uiteindelijk bleek het een mix van beide hypotheses te zijn. Ijzerzand is poreus, hierdoor zit er zowel ijzer aan de buitenkant (de schil) en aan de binnenkant. Het ijzer aan de buitenkant reageert heel snel met het fosfaat wat langs stroomt. In het eerste half uur werd dan ook een groot rendament gemeten. Het transport van fosfaat van de schil naar de binnenkant van het ijzerzandkorreltje gaat echter veel langzamer. Er komt dus langzaam plaats vrij aan de buitenkant om fosfaten te binden. Het apparaat moest weer enkele uren uitgeschakeld worden om de schil van de korreltjes weer beschikbaar te maken. Om het goed te laten functioneren in deze plas met zeer hoge fosfaatconcentraties is een veel grotere verblijftijd, of een grotere installatie noodzakelijk. Bij lagere fosforconcentraties zal de techniek waarschijnlijk goed functioneren. Daarnaast zijn er hoge installatie en onderhoudskosten aan verbonden. Helaas gaat het dan aan de criteria van het oorspronkelijke doel voorbij: onderhoudsarm, simpel te bouwen en minimaal ruimtebeslag.
(Potentiële) impact
Het tegengaan van eutrofiëring en blauwalg door het uit het water halen van fosfaten. Bij een goede werking van de FATMAN zijn er potentiële toepassingsmogelijkheden bij: zwemlocaties, kroosvorming, overstorten, inlaten van gevoelige polders, etc.