Als Waterschap Rivierenland zijn we ook voor waterketen verantwoordelijk voor een groot areaal aan objecten. Zo hebben we 32 zuiveringen en 192 rioolgemalen te beheren. Vanuit de regiekamer doen we dit met een kleine groep mensen. Zij kunnen onmogelijk elke installatie het meest efficiënt en effectiefst laten functioneren in alle omstandigheden. De kennis en de meeste impact die zij kunnen maken is op de zuiveringsinstallaties. Dus aan de 192 rioolgemalen willen we zo weinig mogelijk tijd kwijt zijn. Echter, aangezien dit wel het begin van ons proces is, willen we deze zo optimaal mogelijk bedrijven. Hier zijn we de pilot FLOW 2.0 voor gestart in samenwerking met RHDHV en de gemeente West Betuwe. Het doel is om het gehele stelsel (dus inclusief het gemeentelijke stelsel) zo optimaal mogelijk te benutten. Het beoogde resultaat zou moeten opleveren dat voor de hele keten een energie reductie wordt behaald, wij ongewenste situaties voor zijn, installaties beter in hun werkgebied functioneren met lagere schakelfrequentie waardoor minder slijtage optreed en als laatste een stabielere aanvoer naar de zuiveringsinstallaties.
De basis van FLOW is niet uniek, want er bestaat al een eerdere versie. Het oorspronkelijke pakket wat al bij enkele waterschappen gebruikt wordt en alleen functioneert in RWA (regen weer aanvoer) situaties (ca 120 dagen per jaar), is op ons verzoek en in overleg verder door ontwikkeld en uitgebreid met een DWA module (droog weer aanvoer) situaties. Ook zijn er verder aanpassingen gedaan in de bestaande module, zoals nauwkeurige weer data, het meenemen in de regeling van het gehele stelsel van de gemeente (incl overstort punten enz.). Hiermee kunnen we nu het gehele stelsel het jaar rond zo optimaal mogelijk bedrijven.
De ontwikkeling van deze pilot doen we samen met RHDHV, maar ook gemeente West Betuwe is nou betrokken. We maken binnen deze pilot gebruik van de hele waterketen. We gaan ook gezamenlijk de evaluatie vormgeven.
Eind van het jaar willen we gezamenlijk met alle drie partijen een evaluatie opstellen. We kijken dan of de doelstellingen vooraf (zoals eerder genoemd) ook daadwerkelijk zijn uitgekomen en wat dit in potentie op kan leveren in kwalitatieve en kwantitatieve zin als we FLOW 2.0 over ons gehele beheergebied zouden gaan uitrollen. Ook willen we weten of mogelijke risico’s die we vooraf hebben geadresseerde zijn voorgekomen en/of voldoende zijn ondervangen.
We leren door te experimenteren. Daardoor zijn en lopen we soms tegen hobbels aan, maar door er als breed team mee aan de slag te gaan en te zien dat we steeds weer een stap verder komen en ook resultaten gaan zien in de fase waar we nu zitten, ja dan geeft dat energie en vertrouwen op een goed afloop.