Dit kan mogelijk efficiënter. Uit onderzoeken blijkt dat het beschrijven van de sterkte van boezemkades lastig is. Er is geen eenduidige methodiek om de veiligheid van regionale keringen tijdens droogte te beheersen.
Doel
Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in het gedrag van de waterhuishouding in droogtegevoelige dijken tijdens langdurige droogte en zo meer grip te krijgen op de veiligheid van deze dijken. Daarnaast is het doel om inzicht te krijgen in de bruikbaarheid van satellietbeelden bij droogte-inspecties, waardoor de inspecties efficiënter kunnen worden. Bekijk een video met meer uitleg over het project.
Stand van zaken
In 2020 zijn in de kruin, het talud en de teen van drie droogtegevoelige dijken peilbuizen, bodemvochtsensoren en waterspanningsmeters geplaatst. Daarnaast is op iedere locatie een neerslagstation geplaatst en op één locatie een camera om de vegetatieontwikkeling te detecteren. Ook bij Rijnland en Schieland zijn vergelijkbare monitoringslocaties ingericht. Deze instrumenten meten nauwkeurig de effecten van een uitdrogende dijk. De metingen worden tevens gebruikt om de satellietbeelden te valideren: komen de beelden overeen met de monitoring? De satellietbeelddata geeft informatie over de oppervlakkige droogtetoestand van de dijken.
De validatie van de satellietbeelden van de droogte van 2020 volgt eind 2021. Eventueel met in-situ sensoren in 2021. Deze gegevens zijn gekoppeld aan extra informatie zoals lokale neerslagstations, vegetatieontwikkeling en beelden van droogte-inspectie. Begin 2022 worden de eerste (tussen)publicaties hierover verwacht.
(Potentiële) impact
Door de monitoring uit te breiden met velddata worden de resultaten van de satellietbeeldverwerking accurater. Hierdoor weet Delfland eerder waar en wanneer problemen kunnen ontstaan. Zo kunnen tijdiger en betere beslissingen genomen worden.