Daarom keek het waterschap naar andere branches en naar het buitenland en koos zij voor een chemische wasser. Bij een test op kleine schaal werden 99,9% van de stankstoffen verwijderd. Het waterschap bouwt daarom een chemische wasser op grote schaal.
In het slibgebouw verwerkt het waterschap rioolslib van de zuivering van Den Bosch en vier andere zuiveringen. Uit analyses van e-noses, zogenaamde elektronische neuzen, blijkt dat de stankstoffen er allerlei verbindingen aangaan die van tijd tot tijd voor pieken zorgen in de uitstoot. Het gaat om stoffen die je al goed ruikt in hele lage concentraties. Om overlast te voorkomen, moeten vrijwel alle stankstoffen worden afgevangen, ook tijdens pieken. De lava- en koolfilters die sinds jaar en dag worden toegepast op Nederlandse rioolwaterzuiveringen scoren hier onvoldoende. Daarom zocht het waterschap naar andere technieken. Na een oriëntatie bij andere bedrijfstakken en bij Franse rioolwaterzuiveringen is gekozen voor een test met een chemische wasser.