Onder de vlag van het Hoogwaterbeschermingsprogramma ontwikkelden waterschap Aa en Maas, ingenieursbureau Fugro en kennisinstituut Deltares een nieuwe meettechniek (HPT-MPT) die de waterdoorlatendeid van de ondergrond in beeld brengt. Geen vinger in de dijk dus, maar een buis die ervoor zorgt dat we dijken gericht kunnen versterken.
HPT detecteert grondwaterstromen, een risico voor dijken
Als de ondergrond van een dijk teveel water doorlaat, kan dat leiden tot piping: er sijpelt dan water onder de dijk door, dat zand meeneemt. Als dat proces lang genoeg duurt, ontstaat een doorgaande verbinding (pijp) die de dijk kwetsbaar maakt. De dijk kan hierdoor zelfs bezwijken.
Sondeertechniek-plus
De nieuwe hydraulic profiling tool (HPT) lijkt op de sondeertechniek die gangbaar is in de bouw, waarbij met kracht een buis de grond in gaat om de bodemopbouw te meten. In dit geval spuit er door een opening aan de zijkant van de buis een waterstraal met een constante druk. Hieruit wordt de waterdoorlatendheid van de bodem afgeleid. Op basis van deze informatie kunnen waterschappen hun dijken gerichter versterken, bijvoorbeeld door op sommige plekken te verbreden of te verhogen en op andere juist niet.
Maasdijken
Waterschap Aa en Maas paste de techniek als eerste in 2018 toe in het urgente gebied voor dijkversterking bij Ravenstein-Lith. Ook Waterschap Vallei en Veluwe en Waterschap Hollandse Delta gebruikten HPT. Hollandse Delta werkt nu aan een doorontwikkeling, waarbij ook verticale grondwaterstromen meetbaar worden.