Nederland wil aardgasvrij worden. Warmtenetten op lagere temperatuur krijgen hierbij steeds meer aandacht. Deze lage temperatuur (LT, max. 55 °C) en zeer lage temperatuur (ZLT, max. 30 °C) warmtenetten hebben als voordeel ten opzichte van warmtenetten op hogere temperatuur:
- Veel minder warmteverlies tijdens transport en distributie;
- laagdrempeliger kunnen aansluiten van decentrale lage temperatuur warmtebronnen zoals aquathermie;
- De mogelijkheid om naast warmte ook koude te leveren aan afnemers.
Door de aard van deze (Z)LT-warmtenetten en de lage temperatuur van bedrijfsvoering lijken deze warmtenetten in bepaalde opzichten veel op drinkwaternetten. KWR heeft onderzocht in hoeverre drinkwaterbedrijven al in staat zijn om (Z)LT-warmtenetten te beheren.
ZLT-warmtenetten blijken veel op drinkwaternetten te lijken. Ze bestaan uit hetzelfde leidingmateriaal waardoor beheer en onderhouden voor drinkwaterbedrijven te overzien is. LT-warmtenetten zijn veelal geïsoleerd waarbij andere materialen gebruikt worden. Vergeleken met de grote en complexe drinkwaternetten zijn (Z)LT-warmtenetten over het algemeen klein en overzichtelijk (ordegrootte enkele honderden aansluitingen).
Naar verwachting zal in 2024 de nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening van kracht worden. In het wetsvoorstel staat dat gemeenten alleen warmtebedrijven voor een nieuw warmtekavel kunnen aanwijzen waarbij een meerderheidsaandeel van de infrastructuur in handen is van publieke partijen. Deze wetgeving biedt ruimte om het beheer van warmtenetten uit te besteden aan een derde partij, zoals een drinkwaterbedrijf