Probleem
Biologische monitoring van water is duur en tijdrovend. Vanuit kostenoverweging is het ecologisch monitoringsnetwerk niet optimaal ingericht. De huidige resultaten hebben een relatieve grote foutmarge en zijn vaak pas een half jaar na bemonstering beschikbaar. Ze zijn vaak wel wettelijk verplicht voor de toestandsbepaling (EKR-scores). Er is dan ook een behoefte aan een techniek die goedkoper is en minstens dezelfde informatie kan leveren voor een dergelijke toestandsbepaling. eDNA analyses bezitten deze potentie. De techniek levert betrouwbare data op maar is nog niet direct klaar voor gebruik. Met name de dataopslag en data-interpretatie vragen aandacht.
Doel
Het verkrijgen van een nieuwe tool in de ecologische ‘monitoringstoolbox’ die een betrouwbaarder beeld geeft van de ecologische toestand van een watersysteem. Ook nagaan of de eDNA-datasets gebruikt kunnen worden voor toestandsbepaling (EKR-toetsing) en watersysteemanalyses.
Potentiële impact
Biologische monitoring van oppervlaktewater met eDNA heeft de potentie van een gamechanger. Deze methode resulteert in potentie in een efficiëntere en betrouwbaardere biologische monitoring en een herziening van het huidige ecologisch meetnet. Dit kan resulteren in een grotere rol voor ecologische monitoring bij de bepaling van de waterkwaliteit en daarmee een beter inzicht in die waterkwaliteit.
Stand van zaken
2021: Onderzoeksvoorstel ingediend door STOWA voor 4-jarig traject. Eerste proef met een DNA-marker voor 2 gewassen.
2022: Instemming door college Delfland om bij te dragen aan het onderzoek tot 2026. Uitbreiding eDNA markers voor 6 nieuwe gewassen.
2023: Start gezamenlijk onderzoek STOWA.